De bewogen geschiedenis van Tulln

Dat Tulln een van de oudste steden van Oostenrijk is, komt door de open ligging direct aan de oever van de Donau. Zelfs de Romeinen zagen dit als een duidelijk voordeel:

Tot in de 4e eeuw beschermden de cavalerietroepen in de vesting Comagena de Norische Limes, controleerden ze de militair belangrijke doorwaadbare plaats en bewaakten ze het vruchtbare Tullnerfeld. Vanaf de late oudheid was Comagena zelfs een marinebasis voor de Donauvloot. In de laatste jaren van de Romeinse overheersing zijn er ook berichten over een bezoek van de heilige Severin en de wonderbaarlijke redding van de stad van de barbaren.

Vanaf de 11e eeuw werd Tulln opnieuw het centrum van de toenmalige wereldgebeurtenissen. De Babenberg-dynastie vestigde zich in de stad. Tulln floreerde als handelscentrum en werd zelfs genoemd in het Lied van de Nibelungs, dat rond het jaar 1200 werd geschreven. Het verhaalt over de ontmoeting van de Hunnenkoning Etzel met Kriemhild, de weduwe van Siegfried, in Tulln. Van hieruit reisde het paar samen naar hun bruiloft in Wenen. Vanaf de 14e eeuw eisten Turkse invasies, overstromingen en de Dertigjarige Oorlog hun tol van de stad. Pas met de aanleg van de Franz Josefspoorweg en een brug over de Donau in de jaren 1870 beleefde Tulln een nieuwe opleving.

Vol herinneringen

Tulln heeft uit de voorbije eeuwen talrijke getuigen van grootse tijden bewaard tot in het heden - van het romaanse knekelhuis bij de parochiekerk tot het intacte ensemble van gotische en barokke huizen in het stadscentrum.

Deze integriteit heeft de stad niet in de laatste plaats te danken aan het traditiebesef en de burgerzin van haar inwoners, die actief deelnemen aan nieuwe projecten en zich tegelijkertijd inzetten voor het behoud van het beproefde. De "huiskamer" van Tulln bijvoorbeeld, het nieuw ontworpen, historische hoofdplein, presenteert zich als een spannende mix van traditie en moderniteit.