Het land aan de Donau heeft spannende verhalen te vertellen.

Mensen vestigen zich al duizenden jaren in dit vruchtbare land. Grafheuvels en artefacten vertellen over die tijd. De mysterieuze aarden stallen van Großriedenthal, later gebruikt als schuilplaatsen en ontsnappingskamers, wijzen ook op de lange bewoningsgeschiedenis.

Romeinse herinneringen

Het land was strategisch waardevol voor de Romeinen . De Donau vormde de natuurlijke grens, de Limes, met de Germaanse "barbaren" in het noorden. Daarom werden langs de hele Donau grote Romeinse kampen en
steden gebouwd.

Tulln was 2000 jaar geleden het ruiterkamp van Comagena. De Romeinse toren met meerdere verdiepingen, ook wel de Zouttoren genoemd, en de originele voorwerpen en foto's die in het Romeinse museum van Tulln worden tentoongesteld, zijn vandaag de dag nog steeds te zien.

De machtige Romeinse poort en de Hunger Tower in Traismauer herinneren aan de Romeinse ruiterburcht Augustianis. In Zeiselmauer, ooit Cannabiaca, zijn de Burgus en de overblijfselen van een waaiertoren ook Romeinse getuigen.

De alchemist van Oberstockstall

In 1980 werd de inventaris van een alchemistisch-metallurgisch laboratorium uit het midden van de 16e eeuw bij toeval ontdekt in een aangrenzende kamer van de kapel van kasteel Oberstockstall.

De vondst is een historische sensatie en wordt beschouwd als 's werelds belangrijkste ontdekking van een alchemistisch laboratorium.

De alchemist van Oberstockstall moet een zeer veelzijdige metaalbewerker zijn geweest. In het museum "Altes Rathaus" in Kirchberg am Wagram zijn talrijke tentoonstellingen te zien.

Legenden en mythen

Volgens de legende trokken de Korneuburgse korenmarkten ooit ontelbare ratten aan. Een fluitspeler bleek de redder in nood en lokte de knaagdieren naar de Donau, waar ze verdronken. Omdat de man de beloofde beloning niet kreeg, leidde hij een jaar later alle kinderen van de stad naar de rivier en ontvoerde ze. Vandaag de dag herinnert de"Rattenvangerfontein" op het Rathausplatz aan deze gebeurtenis.

De sluierlegende van Klosterneuburg vertelt dat een sterke windvlaag de bruidssluier van het hoofd van de vrouw van de stichter van het klooster, markgraaf Leopold III Agnes, op haar trouwdag op de Leopoldsberg scheurde, die wegvloog en niet meer teruggevonden kon worden. Negen jaar later vond Leopold de witte sluier intact en stichtte hij op deze plek de abdij Klosterneuburg.