Station XII: Romeins Museum
Romeins Latijn of: Egon en het keizerlijke nonnenklooster
Hier kom je te weten: Waarom de Dominicaanse nonnen geen geldzorgen hadden. Waar waanzin thuis was in Tulln. Waarom Egons vader van zijn taken werd ontheven. En hoe het Romeinse museum in het oude klooster kwam.
Begin van de themaroute: centraal station Tulln
Afstand: 3,6 km
Duur: ca. 90 min.
Moeilijkheidsgraad: gemakkelijk - drempelvrij
Wat te doen met alle aristocratische meisjes die niet op tijd trouwen? Wat te doen met de weduwen uit de hogere middenklasse? Zij werden opgenomen in het keizerlijke klooster in Tulln. Niet in de laatste plaats vanwege de bruidsschat die elk van de nonnen moest opbrengen. En dat bevrijdde hen van tuinieren, verpleging en pastorale zorg. Maar de prioressen van de Dominicaanse orde hadden ook goede relaties met het keizerlijke hof. In 1443 verleende de Habsburgse koning Frederik III hen persoonlijk het privilege om "jaarlijks zonder tol tien vaten wijn naar Passau en twee pond zout door Oostenrijk te vervoeren". Maar dan verwoest een brand het uitgebreide klooster en de imposante kerk. De nonnen steken zich in de schulden om het te herbouwen. En moesten hun religieuze toevluchtsoord aan de oevers van de Donau verlaten.






Verslaafd aan waanzin.
In Egons schooltijd is in de ruime vertrekken van het voormalige klooster een sanatorium gevestigd. Iedereen die hier behandeld werd, moest het zich kunnen veroorloven. Veel van de welgestelde patiënten lijden aan geestesziekten en waanideeën. "Verslaafd aan krankzinnigheid", zoals het gezegde luidt. Zoals Egons vader, die lijdt aan de late gevolgen van syfilis. Geheugenverlies. Hallucinaties. Dementie. Rond de eeuwwisseling leed tot een derde van alle psychiatrische patiënten aan deze verraderlijke wijdverspreide ziekte.




Romeinse zoektocht naar sporen.
In 1904 werd Adolf Schiele "om gezondheidsredenen ontheven van zijn taken als directielid", zoals te lezen is in zijn dienstdossier bij de Keizerlijk-Royale Staatsspoorwegen. Egon woonde toen al twee jaar in Klosterneuburg. Hij worstelde zich meer slecht dan goed door de middelbare school. En ziet zijn geliefde vader alleen in het weekend. Hij zou de herinwijding van het voormalige klooster niet meer meemaken. In 2001, meer dan acht decennia na zijn vroegtijdige dood, opende het Romeinse Museum zijn deuren in de priorij van het voormalige Dominicaanse klooster. Met voorbeeldige vondsten uit het ruiterfort van Comagenis, waaraan Tulln zijn lange geschiedenis als handelsstad te danken heeft.

Sanatorium - tegenwoordig Romeins museum en jeugdherberg
Algemeen plan
