Overstroming of: Egon en het houten kruisbeeld

Hier kom je te weten: Waarom de mensen van Tulln hun rivier liefhadden en haatten. Toen Egon de Donau buiten zijn oevers zag treden. Waarom er een waterkapel werd gebouwd. En waar de doden van de rivier werden herdacht.

Begin van de themaroute: centraal station Tulln
Afstand: 3,6 km
Duur: ca. 90 min.
Moeilijkheidsgraad: gemakkelijk - drempelvrij

Schiele-map NL
Schiele-map NL

Waar komt het enorme kruisbeeld vandaan? Op 21 februari 1729, twee maanden na de winterzonnewende, spoelde het aan in Tulln en werd het opgericht. Een mystiek "souvenir" van de Donau, die meerdere keren per jaar verandert van een kalme stroom in een woeste rivier. In het begin aanbaden alleen vissers en schippers het eenvoudige houten kruis. Toen lieten de inwoners een kapel bouwen. Het grenst aan de achtermuur van de voormalige "Strudelhof", waarvan de funderingsmuren deel uitmaken van de middeleeuwse stadsversterking. Twee zandstenen beelden - Sint-Jan Nepomuk en Sint-Carolus Borromeus - flankeren het barokke kruisbeeld. Later worden beide beelden voor de parochiekerk van St Stephen geplaatst.

Levensader en rivier van het lot.

Maar de inwoners van Tulln maken nog steeds een pelgrimstocht naar hun waterkapel. En daar herdenken ze op Allerheiligen de onbekende doden die hun leven verloren in het woeste water. Omdat de Donau, zoals elke grote rivier, twee gezichten heeft. Het is een levensader en een rivier van het lot, een voedster en een vernietiger. Zonder de onbeschutte ligging aan de oevers zou Tulln nooit een Romeins kamp en marinebasis zijn geworden. De Babenbergs zouden er aan voorbij zijn gegaan, net als handelaren uit de hele wereld. Maar wanneer de Donau buiten haar oevers treedt, wanneer langdurige regen en ijsgolven de dammen overstromen, worden waardevolle bezittingen en goederen vernietigd. Oogsten worden vernietigd. Mensen en dieren slaan op de vlucht. De rivier eist zijn tol van iedereen die aan de oevers woont.

Herdenking van de doden.

Er waren twee overstromingsalarmen in Egons jeugd. In 1897, een "ongeluksjaar", zoals het in een oude schoolkroniek staat, waarin vorst, hagel en overstromingen de inwoners van Tullnerfeld troffen. Slechts twee jaar later, op 14 september 1899, moesten hele dorpen langs de Donau worden geëvacueerd. De Schieles, die in een grote ambtenarenflat bij het treinstation van Tulln wonen, zijn niet getroffen door de overstromingen. Maar de overstromingen laten hun sporen na in de stad. Ondanks alle gebeden tot hun beschermer, de waterheilige Johannes Nepomuk.

Voormalige herberg "Zum goldenen Lamm" met waterkruis (© Dr. Ferdinand Schönbauer)

Algemeen plan