Dodenherdenking of: Egon en de mythische wezens

Hier kom je te weten: Waarom de mortuariumautoriteiten van Tulln de overblijfselen hebben opgegraven. Wat Egon in de Karner zag. Hoe dood en vergankelijkheid in beeld werden gebracht. En welke rol sterven speelde in Egons leven.

Begin van de themaroute: centraal station Tulln
Afstand: 3,6 km
Duur: ca. 90 min.
Moeilijkheidsgraad: gemakkelijk - drempelvrij

Schiele-map NL
Schiele-map NL

Niet veel plaatsen in Europa zijn beroemd om hun ossuarium. Het laatromaanse knekelhuis in Tulln, gebouwd in de 13e eeuw in opdracht van de laatste Babenbergse hertog Frederik II, wordt beschouwd als een van de mooiste en belangrijkste in zijn soort. De twee verdiepingen tellende toren met zijn opvallende piramidedak rijst de hemel in op een elfhoekig grondplan. Maar van binnen is hij rond. En de bovenste verdieping, de voormalige kerkhofkapel, is versierd met talloze schilderijen. Het Laatste Oordeel is hier te zien, de aanbidding van Christus door de Wijzen en maagden die door de duivel naar de hel worden geleid. Maar ook draken, demonen en mythische wezens. Een griezelige wereld die Egon betovert.

In het aangezicht van de dood.

De kelder is natuurlijk nog griezeliger. Tot het einde van de 18e eeuw diende het als ossuarium voor opgegraven doden. De reden hiervoor is dat er geen ruimte meer was voor nieuwe graven op het oude kerkhof rond de parochiekerk. De botten werden daarom herbegraven in het knekelhuis en daar opgestapeld. De dood is hier alomtegenwoordig. Net als in Egons leven. Eerst verliest hij zijn oudere zus Elvira. Hij was nog een peuter toen zij stierf aan hersenvliesontsteking. Dan wordt zijn vader ziek door syfilis. En Egon ervaart het verval van de imposante, respectabele man: geheugenverlies, persoonlijkheidsveranderingen, hallucinaties. Uiteindelijk zit de veertienjarige rustig in een hoekje van de dodenkamer waar Adolf Schiele in zijn gala-uniform ligt opgebaard.

Allegorie van het leven.

De cyclus van worden en vergaan. De dood van de vader als trauma voor de zoon. Slechts een paar jaar later schilderde Egon allegorieën van leven en dood. Vergankelijkheid en dood worden een centraal motief in zijn beeldtaal. Verdorde bloesems. Kale takken. Bomen gebogen door de wind. Maar ook vers bloeiende zonnebloemen als metaforische voorstelling van de mens. Want de rouw om zijn dierbaren wordt vermengd met levensvreugde. En het verlangen om serieus genomen te worden als visionair kunstenaar.

Laatromaans knekelhuis, rond 1875

Algemeen plan